Afbeelding

Kwekerij en groencentrum Zonnebeld al 97 jaar actief in groen

Zakelijk

NIJVERDAL - “We zijn geen tuincentrum maar een groencentrum. Je ziet bij ons geen kamerplanten, tuingereedschap of sfeerverlichting. En we zijn ook geen hoveniersbedrijf” benadrukt Wielent Zonnebeld (58) van het 3-potige groenbedrijf Zonnebeld aan de Nijverdalse Boomcateweg. Een gesprek over bomen, meststoffen en alles wat groeit en bloeit.

Wat zijn jullie dan wél?

“We doen drie takken van sport, we zijn een kwekerij, een groothandel én we zijn een groencentrum vooral voor de particulier die zelf z’n tuin doet. We verkopen eigenlijk geen aanverwanten producten zoals straatmateriaal, maar puur vaste planten, heesters en bomen. We zijn meer van de oude stempel. Als bijproducten verkopen we wél potgrond, bemestingsstoffen maar niet een assortiment waar je van duizelt. Is vaak ook flauwekul, al die meststoffen voor rozen, voor hortensia’s, voor vaste planten, enzovoort. Het allerbelangrijkste is de plant een goede start geven door aanplantgrond of bemestte tuinaarde te gebruiken.”

Mijnbouw

Wielent’s grootvader, ook Wielent geheten, begon in 1927 met het poten van tweehonderdduizend grove dennen op de Holterberg. Na enige jaren groen werden de bomen gekapt en onder andere gebruikt voor de mijnbouw. “Opa bleek een goede neus te hebben hoe je die kwekerij rendabel kon krijgen en experimenteerde tegelijkertijd met de kweek van andersoortige struiken en bomen. Mijn vader zette het bedrijf voort maar overleed al toen ik achttien was. Ik heb het bedrijf toen samen met mijn moeder voortgezet. Nu je het zo vraagt, ligt mijn hart eerlijk gezegd bij de kwekerij. Mijn moeder en later mijn vrouw Erzsike hebben meer met het groencentrum. We vullen elkaar goed aan.”

Welke specialiteit hebben jullie in huis?

“We kweken vooral boom, haag en plantsoenplanten, met de nadruk op de grovere plantensoorten. Dat kweken van bijvoorbeeld een beuken- of eikenboompje begint met het zaaien van zaad in de volle grond. Dat moet gecertificeerd zaad zijn, omdat er voor zowel binnen- en buitenlands gebruik geen ziekte in het zaad mag zitten. Andere soorten krijgen we als stekjes aangeleverd en staan hier één tot drie jaar tot ze circa anderhalve meter hoog zijn. Dan worden ze gerooid en vinden ze hun weg naar de hovenier, naar tuincentra of naar de overheid.”

Totaalleverancier

“Omdat we ook groothandel zijn en we andere soorten die we zelf niet (op)kweken, inkopen, zijn we wel totaalleverancier voor onze afnemers. Daar zijn we redelijk uniek in. We zijn daarmee ook nog eens de oudste kweker van Twente. In de Betuwe zie je bijvoorbeeld veel fruitbomen en in Noord Oost Twente veel coniferen. Maar wij leveren dus alles. En van de meesten ken ik ook nog eens de Latijnse namen. Een groot deel wordt geëxporteerd, naar verschillende Europese landen. Voorheen beleverden we ook Rusland en Oekraïne maar dat ligt nu op z’n gat. Ons kweekareaal zit op ongeveer tien hectare.”

En de vesting in Roemenië?

“Je hebt je wel verdiept in ons bedrijf. Omdat ik betrokken ben bij het organiseren en transport van hulpgoederen naar Roemenië, heb ik mijn vrouw Erzsike leren kennen. We zagen daar kansen om tegen concurrerende prijzen ook een kwekerij op te starten. We hebben daar een goede bedrijfsleider die ook nog deels eigenaar is. Dat moet wel om het gevoel te houden hoe ze het daar doen.”

Wordt er tegenwoordig goed geld uitgegeven aan de tuin? 

“Ook door de overheid gestimuleerd, zie je de bijna honderd procent betegelde tuinen afnemen. We worden ook geholpen door de visie op de trend dat de tuin een verlengstuk is van je huis. Maar heel veel jeugd heeft geen benul meer hoe het werkt. Dan komen ze midden in de zomer om een boompje te kopen. Dat verkopen gaat dan wel, maar zo’n boompje overleeft het niet. Dan kun je beter wachten tot het najaar. Dat zijn vaak ook mensen die niet meer weten dat aardappelen uit de grond komen en niet geplukt kunnen worden. Maar er is gelukkig ook een categorie die inziet dat als je een boom plant, je iets goed doet. Een boom zorgt voor vermindering van de hitte-stress, is mooi, geeft schaduw en biedt onderdak aan vogels. We zien meer vraag naar gevormde bomen zoals leilindes of als een paraplu geleide boom. Mijn opa grossierde in leuke uitspraken op dat gebied. Eén ervan was deze: “Snoeien met oordeel, is oogsten met voordeel”.

Je benadrukt telkens dat jullie groen bezig zijn. Wat bedoel je daarmee?

“Duurzaam zijn is niet een slogan bij ons, maar we doen het gewoon. We gebruiken zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen. We hebben zelf een schoffelmachine bedacht die op de kwekerijbedden, op een mechanisch manier schoffelt.

 Daarmee hou je de structuur en de bodemgesteldheid beter. Als het kan zetten we natuurlijke vijanden in, zoals lieveheersbeestjes om luizen in planten tegen te gaan. Je kunt alles wel met gif bestrijden maar ben je dan goed voor de wereld bezig? Mechanisch schoffelen is natuurlijk wel wat duurder, maar we doen het toch. We behoren daarmee tot de top tien van minst onkruidbestrijdingsmiddelen gebruikende kwekers. En we waren als eerste bedrijf in de branche duurzaam gecertificeerd. Een deel van het wagenpark rijdt elektrisch. We hebben zonnepanelen die voldoende stroom opleveren om in ons eigen gebruik te voorzien”. Wielent leidt me mee naar de vriescel met daarin ca 1,2 mio beukenhaagplanten. “Deze planten houden we als het ware voor de gek door ze op twee graden vorst in de ‘winterslaap’ te houden. Dat gebruikt een beetje stroom, dat begrijp je wel. Maar dat wekken we dus zelf op.”

Welke trends zien we bij het groencentrum? 

“Het is nog steeds zo dat als een blad als Groei en Bloei iets schrijft, er die week daarop klanten zijn die naar die of die plant of boom vragen. Zoals ik al zei worden er weer bomen geplant, door de overheid, maar ook door de particulier. Wat je nu veel ziet is de nadruk op planten die bijen en vlinders trekken. Een beukenboom in de tuin is mooi, het vallende blad verrot vrij snel en vormt tevens een uitstekende bodem. Eikenbladeren moet je opharken.”

Nog tijd voor hobby’s?

“Aan hobby’s doe ik niet. Daar is geen tijd voor. We werken de hele week door. Af en toe gaan we naar onze vestiging in Roemenië en knopen we er een korte vakantie aan vast.”

Tekst en foto’s: Gerard Voortman 

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding